Vliegbasis Soesterberg is een uitzonderlijk terrein voor zowel insecten als insecteneters. Niet alleen broeden op deze heischrale graslanden honderden paren veldleeuwerik, maar ook broedt hier de grauwe klauwier en komen tapuiten nog voor. Dit is opmerkelijk, omdat eerstgenoemde twee soorten zeldzaam zijn in de provincie Utrecht, en tapuiten buiten de vliegbasis uitgestorven zijn. Het is niet goed bekend welke ecosysteemeigenschappen een cruciale rol spelen bij het voorkomen van deze drie insectivoren. Ondanks de rijkdom aan insecten is ook hier niet alles zoals het zijn moet: tapuiten produceren maar zelden succesvolle nesten op de vliegbasis, hoewel jaarlijks territoriale tapuiten aanwezig zijn. Waardoor wordt deze populatie beperkt in zijn groei?